Wie en wat je bent wordt voor een groot stuk bepaald door je genen. Mijn oudste zoon lijkt als twee druppels water op mezelf, wat (soms) zeer confronterend is. Ik kijk naar hem als in een spiegel en heb het heel moeilijk met de stelling dat externe factoren (omgeving, maatschappij, opvoeding,…) bepalend zijn voor je ontwikkeling. Veel is immers aangeboren en zit in de genen. Hiertegen vechten of proberen dit te beïnvloeden is zinloos. Je bent wie je bent. Aanvaard het en ga er op positieve wijze mee om. Dat heb ik ondertussen met veel vallen en opstaan wel geleerd.
Mijn vader was geen vakman, maar er was Nonkel Pol die een werkplaats had waar aluminium ramen en deuren werden gemaakt, en standen werden gebouwd voor ‘t autosalon op “den Heizel”.
Hij had daar machines staan, wel hoofdzakelijk metaal bewerkingsmachines, maar goed, dat werkgerei kan je ook gebruiken om allerlei materiaal, waaronder ook hout, te bewerken. En regelmatig werd er van alles geleverd in kisten en op paletten. Na het autosalon kwam het materiaal terug, soms enkel goed voor de schroothoop. Zalig wat je allemaal met afval kan doen en allemaal ‘gratis en voor niets’. Van krattenhout, waarvan peter “Mil” geduldig de nagels had verwijderd en de planken mooi had gerecupereerd , gesorteerd en gestapeld, werden stiekem kampen gebouwd. Eentje noemde ik het sleutelkamp omdat het gebouwd was in de vorm van een sleutel. En zitbanken, tuinmeubilair, tafels, stoelen, inrichting van de zolder thuis, maken van een trein modelbaan, speelgoed klein en groot, zoals vliegtuigen, auto’s en zelfs sneeuwsleden werden in elkaar geprutst met een palet en plastieken profielen ter vervanging van de metalen glij-ijzers. Met gerecupereerde materialen en veel creativiteit kan je heel wat verwezenlijken, dat wist ik blijkbaar toen al.
Elke vakantieperiode hebben collega’s en vrienden het druk met op reis gaan, het zogenaamde genieten van het leven. Dus moet iedereen op het zelfde tijdstip op dezelfde plaatsen zijn. Allen in de file naar de luchthaven, genieten van de drukte van overvolle badplaatsen, stranden, hotels, den E40 naar de kust... En na afloop van de vakantie vragen ze steevast, waar ben jij deze keer “op reis” geweest. Alsof dit een verplichting is om te kunnen meepraten van al de “miserie” die ze zijn tegen gekomen. Ik moet dan telkens met een grote glimlach zeggen, ik was thuis, ik heb mij geamuseerd met “te werken” in mijn atelier. Ik heb van alles gemaakt, gecreëerd. Ze kunnen hoogstens nog een week napraten over hun reisbelevenissen, maar ik kan nog lang genieten wanneer ik mijn brouwsels kan aanschouwen en gebruiken. Stel je voor, dat lang na mijn dood, werkstukjes die ik heb gemaakt nog steeds overleven. Dat heeft papa, opa of overgrootvader nog gemaakt. En zie, het zit toch nog altijd fijn in elkaar.
Als ik aan zee ben, want ik behoor vreemd genoeg ook tot de categorie van mensen die er een appartement heeft, dat ik trouwens uiteraard volledig zelf heb gerenoveerd en ingericht, ga ik niet naar het strand, maar naar het zand. Ik ben niet geïnteresseerd om rond te hangen op het strand, te zwemmen, te sporten, te zonnen of er te flaneren. Strand is zand, een bouwstof om zandkastelen te bouwen en zo veel meer. Het inspireert mij door de schilderijen die de zee er heeft achtergelaten en telkens opnieuw oneindig hertekend. En je vindt er ook schelpen, stenen en aangespoeld “afval”. Wat je daar allemaal kan van maken. De drang is groot om dat allemaal mee naar huis te nemen, het te stockeren, en plots, als de inspiratie er is, er iets, liefst nuttig van te maken. Iets maken met “PIeces of nothing”. Voor de meesten totaal waardeloos maar voor mij zo waardevol, beter dan een hoop gouden muntstukken.
Om die creatieve en nooit rustende geest eventjes te kunnen ontspannen, het lichaam fysiek in orde te houden en te zorgen voor zaligmakende endorfines ga ik fietsen. En mijn zoon fietst regelmatig mee, dat zit bij hem ook in de genen. En dat deed/doet mijn vader op 78-jarige leeftijd ook nog altijd. Fietsen doen we niet alleen voor de pure fysieke inspanning en uithouding. Het is zalig om het landschap rondom vanop de fiets te kunnen opnemen en voelen. Dat is nu het voordeel van fietsen, niet te traag en niet te snel en alles gebeurt met eigen drijfkracht en menselijk technisch vernuft. Genieten van eenvoudige en kleine dingen, indrukken en inspiratie opdoen. Fietsen is een uithoudingssport waar regelmatig en gericht voor getraind moet worden om naar gestelde doelen te werken. Krachten moeten gedoseerd worden en je lichaam moet je goed kennen en behe(e)r(s)en. Een fietstochtje zorgt voor positieve “vibes” en het is mijn antidepressivum. De zondagstoeristen gaan achteraf voor een pintje in hun stamcafé, mij geeft het veel goesting om geïnspireerd en energiek weer aan het werk te gaan in mijn atelier…
Mijn vader was geen vakman, maar er was Nonkel Pol die een werkplaats had waar aluminium ramen en deuren werden gemaakt, en standen werden gebouwd voor ‘t autosalon op “den Heizel”.
Hij had daar machines staan, wel hoofdzakelijk metaal bewerkingsmachines, maar goed, dat werkgerei kan je ook gebruiken om allerlei materiaal, waaronder ook hout, te bewerken. En regelmatig werd er van alles geleverd in kisten en op paletten. Na het autosalon kwam het materiaal terug, soms enkel goed voor de schroothoop. Zalig wat je allemaal met afval kan doen en allemaal ‘gratis en voor niets’. Van krattenhout, waarvan peter “Mil” geduldig de nagels had verwijderd en de planken mooi had gerecupereerd , gesorteerd en gestapeld, werden stiekem kampen gebouwd. Eentje noemde ik het sleutelkamp omdat het gebouwd was in de vorm van een sleutel. En zitbanken, tuinmeubilair, tafels, stoelen, inrichting van de zolder thuis, maken van een trein modelbaan, speelgoed klein en groot, zoals vliegtuigen, auto’s en zelfs sneeuwsleden werden in elkaar geprutst met een palet en plastieken profielen ter vervanging van de metalen glij-ijzers. Met gerecupereerde materialen en veel creativiteit kan je heel wat verwezenlijken, dat wist ik blijkbaar toen al.
Elke vakantieperiode hebben collega’s en vrienden het druk met op reis gaan, het zogenaamde genieten van het leven. Dus moet iedereen op het zelfde tijdstip op dezelfde plaatsen zijn. Allen in de file naar de luchthaven, genieten van de drukte van overvolle badplaatsen, stranden, hotels, den E40 naar de kust... En na afloop van de vakantie vragen ze steevast, waar ben jij deze keer “op reis” geweest. Alsof dit een verplichting is om te kunnen meepraten van al de “miserie” die ze zijn tegen gekomen. Ik moet dan telkens met een grote glimlach zeggen, ik was thuis, ik heb mij geamuseerd met “te werken” in mijn atelier. Ik heb van alles gemaakt, gecreëerd. Ze kunnen hoogstens nog een week napraten over hun reisbelevenissen, maar ik kan nog lang genieten wanneer ik mijn brouwsels kan aanschouwen en gebruiken. Stel je voor, dat lang na mijn dood, werkstukjes die ik heb gemaakt nog steeds overleven. Dat heeft papa, opa of overgrootvader nog gemaakt. En zie, het zit toch nog altijd fijn in elkaar.
Als ik aan zee ben, want ik behoor vreemd genoeg ook tot de categorie van mensen die er een appartement heeft, dat ik trouwens uiteraard volledig zelf heb gerenoveerd en ingericht, ga ik niet naar het strand, maar naar het zand. Ik ben niet geïnteresseerd om rond te hangen op het strand, te zwemmen, te sporten, te zonnen of er te flaneren. Strand is zand, een bouwstof om zandkastelen te bouwen en zo veel meer. Het inspireert mij door de schilderijen die de zee er heeft achtergelaten en telkens opnieuw oneindig hertekend. En je vindt er ook schelpen, stenen en aangespoeld “afval”. Wat je daar allemaal kan van maken. De drang is groot om dat allemaal mee naar huis te nemen, het te stockeren, en plots, als de inspiratie er is, er iets, liefst nuttig van te maken. Iets maken met “PIeces of nothing”. Voor de meesten totaal waardeloos maar voor mij zo waardevol, beter dan een hoop gouden muntstukken.
Om die creatieve en nooit rustende geest eventjes te kunnen ontspannen, het lichaam fysiek in orde te houden en te zorgen voor zaligmakende endorfines ga ik fietsen. En mijn zoon fietst regelmatig mee, dat zit bij hem ook in de genen. En dat deed/doet mijn vader op 78-jarige leeftijd ook nog altijd. Fietsen doen we niet alleen voor de pure fysieke inspanning en uithouding. Het is zalig om het landschap rondom vanop de fiets te kunnen opnemen en voelen. Dat is nu het voordeel van fietsen, niet te traag en niet te snel en alles gebeurt met eigen drijfkracht en menselijk technisch vernuft. Genieten van eenvoudige en kleine dingen, indrukken en inspiratie opdoen. Fietsen is een uithoudingssport waar regelmatig en gericht voor getraind moet worden om naar gestelde doelen te werken. Krachten moeten gedoseerd worden en je lichaam moet je goed kennen en behe(e)r(s)en. Een fietstochtje zorgt voor positieve “vibes” en het is mijn antidepressivum. De zondagstoeristen gaan achteraf voor een pintje in hun stamcafé, mij geeft het veel goesting om geïnspireerd en energiek weer aan het werk te gaan in mijn atelier…